De Vereniging van Reizigers (VVR) kaartte de zaak in 2003 voor het eerst bij de NMa aan. Die besloot toen dat de zaak onvoldoende prioriteit had omdat die te weinig kans van slagen zou hebben en de economische impact niet groot genoeg was. De NMa kwam tot die conclusie op basis van een in 2001 afgerond onderzoek naar de tarieven op de route van KLM en SLM in de jaren daarvoor.
Een bezwaar van de VVR in 2006 werd op dezelfde gronden afgewezen en daarbij stond de NMa volgens de rechtbank niet in haar gelijk. Per 1 mei 2006 werd de route tussen Amsterdam en Paramaribo geliberaliseerd en konden ook andere maatschappijen er hun diensten aanbieden. De NMa ging er volgens de rechtbank in zijn besluitvorming vanuit dat er vanaf 2006 ook daadwerkelijk concurrentie zou komen en dat de tarieven dan vanzelf omlaag zouden gaan. ,,Dit is echter niet gebeurd”, stelt het College nu.
Excessief
,,Toen de NMa deze beslissing nam kon dan ook niet worden uitgesloten dat KLM en/of SLM tarieven hanteerde die – in relatie tot de kosten – als excessief zouden moeten worden aangemerkt”, aldus de rechtbank.
Luchtvaartmaatschappij KLM stelt bekend te zijn met de discussie. ,,Wij nemen onze verantwoordelijkheid op deze markt. Ondanks de sterke pieken en dalen vliegen wij het hele jaar door op deze route. We zien het onderzoek dan ook met vertrouwen tegemoet.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl